MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 31 of 850

2–10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Rijpositiegeheugen *
De gewenste rijpositie kan na het
programmeren van de positie opgeroepen
worden.
De volgende rijposities kunnen
geprogrammeerd worden.
 


 Bestuurdersstoelpositie
(zittingverstelling, hoogteafstelling,
voorste uiteinde van zitkussen,
rugleuningverstelling)
  Zie Gebruik van de zittingen op pagina
2-6 .
 


 Active Driving Display (displaypositie,
helderheidsniveau, displayinformatie)
  Zie Active Driving Display op pagina
4-50 .

OPGELET
Plaats geen vingers of handen rondom
de onderzijde van de zitting terwijl de
zittinggeheugenfunctie in werking is.
De zitting beweegt automatisch terwijl
de zittinggeheugenfunctie in werking
is waardoor vingers of handen beklemd
kunnen raken en letsel kan ontstaan.

SET toets

De rijpositie kan geprogrammeerd of
bediend worden met behulp van de toetsen
aan de zijkant van de stoel of de sleutel.
OPMERKING
  Afzonderlijke zittingposities
kunnen geprogrammeerd worden
onder de twee beschikbare
programmeertoetsen aan de
zijde van de bestuurdersstoel,
plus één zittingpositie voor elke
geregistreerde sleutel.
  Als de auto in onderhoud is
geweest en de accukabels
werden losgekoppeld, zullen de
geprogrammeerde zittingposities
gewist zijn. Herprogrammeer de
zittingposities.
Programmering
1. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
2. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
3. Start de motor.
4. Stel de stoel en de Active Driving
Display af in de gewenste rijpositie.
5. Druk op de SET toets op de zitting
totdat u eenmaal een pieptoon hoort.
6. Maak binnen 5 seconden na het
voltooien van stap 5 hierboven een van
de volgende instellingen:
 

 
 Programmeren met behulp van een
toets aan de zijkant van de stoel

 Druk op de toets die u wilt
programmeren, toets 1 of 2, totdat u
eenmaal een pieptoon hoort.
 

 
 Programmeren met behulp van de
sleutel

 Druk op de sleutel toets totdat u
eenmaal een pieptoon hoort.



Page 32 of 850

2–11
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort,
wordt de bediening geannuleerd.
Verstellen van de rijpositie naar een
geprogrammeerde positie
(Met behulp van een toets aan de
zijkant van de stoel)
1. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
2. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
3. Start de motor.
4. Druk op de programmeertoets voor de
rijpositie die u wilt oproepen (toets 1 of
2).
5. U hoort een pieptoon wanneer de
afstelling van de rijpositie voltooid is.

OPMERKING
  Als de rijpositie niet veranderd
wordt, klinkt enkel de pieptoon.
  Een zittingpositie kan opgeroepen
worden ook als de motor niet draait.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De SET toets wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleutel toets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld. (Met behulp van een geprogrammeerde
sleutel)
1. Ontgrendel de portieren door het
indrukken van een verzoekschakelaar
of de sleutel
toets.
2. Na het ontgrendelen van de portieren
begint de afstelling van de zittingpositie
binnen 40 seconden na het openen van
het bestuurdersportier en klinkt er een
pieptoon wanneer de afstelling voltooid
is.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
5. Start de motor.
6. De afstelling van de Active Driving
Display begint.

OPMERKING
  Als er geen verandering in de
rijpositie nodig is, hoort u geen
pieptoon.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De SET toets wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleutel toets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld.


Page 33 of 850

2–12
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Wissen van de geprogrammeerde
rijposities
(Wissen van de rijposities die op de
sleutel geprogrammeerd zijn)
1. Zet het contact op OFF.
2. Druk op de SET toets op de zijkant van
de stoel totdat u eenmaal een pieptoon
hoort.
3. Druk na het klinken van de pieptoon de
sleutel
toets binnen 5 seconden in
totdat u eenmaal een pieptoon hoort.

OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort,
wordt de bediening geannuleerd.
Achterzitting
Afzonderlijk neerklapbaar
Door het neerklappen van de rugleuningen
van de achterzitting kan de bagageruimte
uitgebreid worden.
WAARSCHUWING
Nooit rijden wanneer inzittenden op
de neergeklapte rugleuningen of in de
bagageruimte hebben plaatsgenomen.
Het laten plaatsnemen van inzittenden
in de bagageruimte is gevaarlijk omdat
de veiligheidsgordels niet vastgemaakt
kunnen worden, wat ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken tijdens
plotseling afremmen of een botsing.

Laat kinderen niet in de auto spelen
wanneer de rugleuningen zijn
neergeklapt.
Toestaan dat kinderen in de auto
spelen terwijl de rugleuningen zijn
neergeklapt is gevaarlijk. Als een
kind in de bagageruimte kruipt en
de rugleuningen terug omhoog gezet
zouden worden, bestaat de kans dat het
kind in de bagageruimte opgesloten
raakt, waardoor een ongeluk
veroorzaakt kan worden.

Maak lading in de bagageruimte stevig
vast wanneer dit vervoerd wordt terwijl
de rugleuningen neergeklapt zijn.
Rijden zonder lading en bagage stevig
vast te zetten is gevaarlijk omdat dit
van zijn plaats kan schuiven en bij
plotseling afremmen of een botsing
de besturing kan hinderen, waardoor
ongelukken veroorzaakt kunnen
worden.



Page 34 of 850

2–13
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Bij het vervoer van lading, er voor
zorgen dat de lading de hoogte van de
rugleuningen niet overschrijdt.
Vervoer van lading die hoger
opgestapeld is dan de rugleuningen is
gevaarlijk, aangezien het uitzicht aan
de achterzijde en de zijkanten van de
auto verminderd wordt. Dit kan het
rijden belemmeren en een ongeluk
veroorzaken.

Na het installeren van een achterwaarts
gericht babyzitje of kinderzitje, de
afstandbediende ontgrendelhendel aan
de achterzijde van de zitting (Wagon)
niet gebruiken.
Het gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel op een zitting met
een achterwaarts gericht babyzitje
of kinderzitje is gevaarlijk, omdat
de rugleuning plotseling neerklapt,
waardoor een ongeluk veroorzaakt
kan worden. Verwijder het babyzitje of
kinderzitje alvorens de afstandbediende
ontgrendelhendel te gebruiken.

Let er op bij gebruik van de
afstandbediende ontgrendelhendel te
controleren dat er zich geen inzittenden
op de achterzitting bevinden en dat
er geen voorwerpen op de armsteun
(Wagon) zijn achtergebleven.
Gebruik van een afstandbediende
ontgrendelhendel zonder inzittenden of
voorwerpen te controleren is gevaarlijk,
omdat de rugleuning plotseling
neergeklapt wordt, waardoor een
ongeluk veroorzaakt kan worden.
OPGELET
(Wagon)
Bij het naar voren neerklappen van de
rugleuning, de rugleuning altijd met uw
hand ondersteunen. Als de rugleuning
niet met een hand ondersteund wordt,
kunnen de vingers of de hand die de
drukknop bedienen letsel oplopen.
OPMERKING
(Wagon)
Neem bij de bediening van de
afstandbediende ontgrendelhendel altijd
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
 
 De snelheid waarmee de rugleuning
neerklapt neemt toe wanneer de auto
op een aÀ opende helling staat.

 Wanneer de auto op een oplopende
helling staat, bestaat de kans dat
de rugleuning niet neerklapt. Als
de rugleuning met gebruik van de
afstandbediende ontgrendelhendel
niet neerklapt, deze met uw hand
neerklappen.


Page 35 of 850

2–14
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Neerklappen van de rugleuningen
OPGELET
Controleer de stand van een voorzitting
alvorens de rugleuning van een
achterzitting neer te klappen.
Afhankelijk van de stand van de
voorzitting is het misschien niet
mogelijk de rugleuning van een
achterzitting volledig neer te klappen,
aangezien deze de rugleuning van de
voorzitting zou kunnen raken waardoor
de voorzitting of het opbergzakje ervan
bekrast of beschadigd zou kunnen
worden. Zet indien nodig de hoofdsteun
van de zitting aan de portierzijde van de
achterzitting omlaag of verwijder deze.
(Sedan)
1 . (Met achterste stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-8 .
2. Open het kofferdeksel en trek aan de
hendel van de rugleuning die u wilt
neerklappen.



3. Open een achterportier en klap de
achterzitting naar voren.

(Wagon)
1 . (Met stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-8 .
2. Zet de achterste veiligheidsgordel vast
in de gordelklem.

Gordelklem



Page 36 of 850

2–15
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
3. Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel
Open de achterklep en zet de
rugleuning die u wilt neerklappen
omlaag met behulp van de
afstandbediende ontgrendelhendel.
Gebruik van de drukknop
Druk op de drukknop om de rugleuning
neer te klappen.

Gebruik van de drukknop Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel

Terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand:
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de rugleuning
in de rechtop stand, er op letten dat de
3-punts veiligheidsgordel niet tussen
de rugleuning beklemd raakt en dat de
3-punts veiligheidsgordel niet wordt
verdraaid.
Als de veiligheidsgordel gebruikt wordt
terwijl deze verdraaid is en tussen de
rugleuning beklemd is geraakt, kan
de veiligheidsgordel niet de volledige
bescherming bieden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken.

Bij het terugbrengen van de rugleuning
in de rechtop stand, er voor zorgen
dat deze stevig vergrendeld is en dat
de rode indicatie niet zichtbaar is
(Wagon).
Als de rode indicatie achter de
drukknop zichtbaar is, betekent dit dat
de rugleuning niet vergrendeld is. Als
met de auto wordt gereden terwijl de
rugleuning niet vergrendeld is, kan
deze plotseling neerklappen en een
ongeluk veroorzaken.
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
Rode indicator



Page 37 of 850

2–16
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
1. Steek de 3-punts veiligheidsgordel in
de gordelklem.
2. Druk de rugleuning naar achteren en
vergrendel deze op zijn plaats. Na het
terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand, controleren dat deze
goed vergrendeld is.

Armsteun
De achterste armsteun in het midden van
de rugleuning van de achterzitting kan
gebruikt worden of rechtop geplaatst
worden (geen inzittende op de middelste
zitting).



WAARSCHUWING
Plaats uw handen en vingers nooit
nabij de bewegende delen van de zitting
en de armsteun:
Het plaatsen van uw handen en vingers
nabij de bewegende delen van de zitting
en de armsteun is gevaarlijk, aangezien
de kans bestaat op letsel.
Hoofdsteunen
Uw auto is uitgerust met hoofdsteunen
op alle buitenste zitplaatsen en op de
middelste zitplaats van de achterzitting.
De hoofdsteunen zijn bedoeld om u en
uw passagiers te helpen beschermen tegen
nekletsel.
WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt worden
steeds met de hoofdsteunen ingestoken
en zorg ervoor dat ze goed afgesteld zijn:
Het rijden zonder hoofdsteunen of
met te laag afgestelde hoofdsteunen is
gevaarlijk. Als u geen steun achter uw
hoofd heeft, kan in het geval van een
botsing uw nek ernstig letsel oplopen.
Afstelling van de hoogte
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het
midden daarvan op gelijke hoogte is met de
bovenzijde van de oren van de passagier.



Voor het hoger zetten van de hoofdsteun,
deze tot in de gewenste positie omhoog
trekken.
Voor het omlaag zetten van de hoofdsteun,
de ontgrendeling indrukken en vervolgens
de hoofdsteun omlaag drukken.


Page 38 of 850

2–17
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Buitenste zitting van voorzitting



Buitenste zitting van achterzitting



Middelste zitting van achterzitting



Uitbouwen/Inbouwen
Voor het verwijderen van de hoofdsteun,
de ontgrendeling indrukken en de
hoofdsteun omhoog trekken.
Steek voor het installeren van de
hoofdsteun de pootjes in de gaten terwijl u
de ontgrendeling indrukt.
WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt worden
steeds met de hoofdsteunen ingestoken
en zorg ervoor dat ze goed geïnstalleerd
zijn:
Rijden zonder dat de hoofdsteunen zijn
geïnstalleerd is gevaarlijk. Als u geen
steun achter uw hoofd heeft, kan in het
geval van een botsing uw nek ernstig
letsel oplopen.

Na het aanbrengen van een
hoofdsteun, deze proberen omhoog te
trekken om er zeker van te zijn dat de
hoofdsteun goed vast zit:
Rijden met een niet goed bevestigde
hoofdsteun is gevaarlijk, aangezien
de hoofdsteun dan niet de juiste
bescherming kan bieden en tot
gevolg kan hebben dat de hoofdsteun
onverwachts van de zitting losraakt.


Page 39 of 850

2–18
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Let er op bij het installeren van een
hoofdsteun dat deze correct geplaatst
wordt met de voorzijde van de
hoofdsteun naar voren gericht. Als
de hoofdsteun niet correct geplaatst
wordt, kan deze tijdens een botsing
van de zitting losraken en letsel
veroorzaken.
  De hoofdsteunen van de voor- en
achterzittingen zijn speci¿ ek
voor elke zitting. De posities van
de hoofdsteunen niet met elkaar
verwisselen. Als een hoofdsteun niet
op de correcte zitting wordt geplaatst,
kan de hoofdsteun tijdens een botsing
niet meer de juiste bescherming
bieden, waardoor letsel veroorzaakt
kan worden.


Page 40 of 850

2–19
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de
veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op ernstig letsel tijdens ongevallen en plotseling stoppen
te verminderen. Het wordt door Mazda aangeraden dat de bestuurder en passagiers te allen
tijde gebruik maken van de veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/schoudergordels. Deze gordels zijn ook uitgerust met
oprolautomaten met traagheidsvergrendeling die er voor zorgen dat de gordels geen hinder
vormen wanneer ze niet gebruikt worden. De vergrendelingen maken het mogelijk dat de
gordels soepel en comfortabel om het lichaam sluiten, maar zullen op het moment van een
aanrijding in positie blokkeren.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun veiligheidsgordels
op de juiste wijze omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die
tijdens een botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders
of tegen objecten in de auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel
mogelijk met dodelijke aÀ oop oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die wel
gebruik van de veiligheidsgordels maken aanzienlijk minder letsel oplopen.

Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle
breedte van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen.
Dit leidt er toe dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend,
waardoor botbreuk of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw
veiligheidsgordel verdraaid is, moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er uit
halen zodat de veiligheidsgordel over de volledige breedte gebruikt kan worden.

Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de
schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan
gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik
nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas
met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze
hebben omgedaan.



Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 850 next >